Jan van Eck

Herinnering aan "de Bewaring” in Nijmegen
door Jan van Eck (1936)
 
Mijn vader was zuivelhandelaar met een winkel in "Melk, Boter, Kaas en Eieren” in Leuth. Eenmaal per week fietste hij naar Nijmegen om bij de firma Wouters in de Derde Walstraat zelf de gewenste kazen uit te zoeken, die dan werden thuisbezorgd. Op één van die bezoekjes kwam hij langs het kantoor van de Domeinen in de Arksteestraat, alwaar voor één van de ramen een briefje was geplakt waarop de mededeling: "Jongeman gevraagd”. Die "jongeman” werd ik. En zo trad ik op 1 mei 1954 in dienst van het "Kantoor van de Hypotheken, het Kadaster en de Scheepsbewijzen” – kortweg de bewaring – in Nijmegen. De dienst behoorde – evenals de Domeinen – tot het ministerie van Financiën. Ze was gevestigd in een pijpenlaatje op de eerste verdieping van het v/m hotel Le Soleil aan de Graafseweg nr. 33.
Hotel Le Soleil aan de Graafseweg, ca. 1920.
 
Dagelijks fietste ik van Leuth naar Nijmegen v.v., een afstand van zo'n 24 km. Auto's liepen er nog maar heel weinig. Fietsen deed je op de rijweg. Gedurende de middagpauze - van 12.30 u. tot 14.00 u. – verorberde ik op een bankje in het Keizer Karelpark het door mijn moeder klaargemaakte boterhammetje. Af en toe werd daar het gesjilp van de vogels overstemd door knarsen van het trammetje dat komend vanaf het station via een bocht door het park afboog naar de St. Annastraat.
Het Kadaster kende toen nog 24 over het land verspreide vestigingen. Het kantoor te Nijmegen telde 24 kadastrale gemeenten. Als "gereedschap” kreeg ik uitgereikt: 'n potje inkt, kroontjespen met houten penhouder, aniline potlood, liniaal en een stukje gom. De afdeling beschikte over twee smeedijzeren typemachines van het merk "Underwood”. Mijn meubilair bestond uit een kersenhoutentafel met bijbehorende keukenstoel. In de tafel rechts een laatje. Mijn werk bestond uit het schrijven van uittreksels (extracten) uit de kadastrale legger. Een extract kostte 0,75 cent. Mijn rang was adspirant-schrijver in tijdelijke dienst en ik had een maandwedde van f 60,00. Dit bedrag werd maandelijks contant aan de tafel uitbetaald. De werkdag liep van 8.30 u. tot 12.30 u. en van 14.00 u. tot 17.30 u. De zaterdagse werkdag eindigde om 12.30 u. Echter niet voor mij. Ik ging aansluitend met de trein naar Zwolle om daar de verplichte cursus voor adjunct-commies titulair te volgen.
Éénmaal per week fietste ik bovendien nog een keer extra naar Nijmegen om in de avonduren schrijfles te halen bij collega Hendrik Joosten op de Berg en Dalseweg. Er moest immers worden "schoongeschreven” op het Kadaster. Het zijn allemaal dierbare herinneringen geworden.
 
In de avonduren oefenden we met de band "Jelte's Old Stars". Jelte Mooi was de oudste van deze bende. Vandaar de naam. De foto van de band dateert van 1959 en is gemaakt op het kadaster bij een jubileum van een collega. Op de foto staan: v.l.n.r. Fer Verbeet (gitaar), Jan van Eck (accordeon) en Jelte Mooi (viool).
 
 
Theo de Kousemaker: blinde telefonist bij het Kadaster
In de jaren vijftig van de vorige eeuw beschikte het Kadaster of beter het "Kantoor van de Hypotheken, het Kadaster en de Scheepsbewijzen”, zoals het voluit heette, over een eigen heuse "telefooncentrale” met als telefonist: Theo de Kousemaker. Theo was blind.
Het "Kadaster” was toen gevestigd in een pijpenlaatje op de eerste verdieping van het voormalige hotel "Le soleil” aan de Graafseweg 33 in Nijmegen. Het gebouw is nog in volle glorie te bewonderen. De "telefooncentrale” zat op de derde etage, te weten: een zolderkamertje met kale houten vloer, waarin het daglicht binnenkwam via een dakkapelletje aan de voorkant van de Graafseweg. De "inrichting” bestond uit een houten tafeltje met 'n keukenstoel. Op dat tafeltje stond een voor ons - kadastermedewerkers - ingewikkeld apparaat. Dit bleek de "telefooncentrale” te zijn. Daarnaast stond een eenvoudig braille typemachientje. Het meest opvallend te midden hiervan was echter de telefonist zelf: Theo de Kousemaker met zijn witte haardos. Zijn geleidehond lag trouw onder het tafeltje waaraan Theo werkte en wachtte evenals Theo de dag af.
 
Foto: Regionaal Archief Nijmegen GN 4824
 
Theo was ongehuwd en woonde met zijn twee - eveneens ongehuwde zussen - op de Driehuizerweg 15. Elke morgen reisde hij met de trolleybus, stapte uit bij de halte in der Stuyn Buysstraat en wandelde om het hoekje naar Graafseweg 33. Alhoewel het Kadaster om 8.30 uur al geopend was, nam Theo de vrijheid een half uurtje later te verschijnen. "Zo vroeg belt er toch niemand”, zei hij. En wat Theo zei was waar, want hij had het altijd zelf "gezien”. Op het Kadasterkantoor zelf stond één ouderwets telefoontoestel. De uitgaande of binnenkomende gesprekken verliepen via dat toestel. Het was uitsluitend een notaris die belde om een "inzage legger”. Het hele kantoor - 12 mannen - luisterden ter afleiding mee. Een eventueel "dringend telefoontje” met je meisje bijvoorbeeld, mocht niet en kon ook niet vanwege het "meeluisteren”. Maar daar hadden wij als jongeman onze telefonist Theo voor in de arm genomen. Ongemerkt slopen we het kantoor af en liepen twee trappen hoger, naar de zolderkamer van "de Kous”. Hij draaide dan het nummer voor je, zelf kon je geen wijs uit dat apparaat, en gaf ons de hoorn. Hij klapte zijn zakhorloge open en "voelde” hoe laat het was. Na afloop van het gesprek (Theo ging uit "beleefdheid” even naar de overloop waar hij overigens gewoon meeluisterde) voelde hij opnieuw de tijd. Het aantal getelefoneerde minuten moest namelijk worden afgerekend. Theo "boekte” dat dan op zijn braillemachientje, waarna je cash twee dubbeltjes afrekende.
Toen het Kadaster in 1961 het pand aan de Graafseweg verliet, bleef Theo daar centralist/telefonist bij de eveneens daar gevestigde belastingdienst. Op zijn 65ste is hem een prachtige afscheidsreceptie aangeboden in het concertgebouw de Vereniging.
 
Herinneringen aan Theo de Kousemaker door Jan van Eck