Bomen als grens

Prachtige voorbeelden over bomen als grens zijn te vinden in het boek "Bijzondere bomen in Nederland, 250 verhalen”, uitgegeven door de Bomenstichting en uitgeverij Boom te Amsterdam. ISBN 978 90 8506 9348.
In de komende periode wil de redactie van Kwartier van Nijmegen een aantal exemplaren van een "boom als grens” uit dit boek aan u presenteren.
Markeringslinde tussen 't Rooth en Klein Welsden (L)

Op het plateau van Margraten bij 't Rooth staat een oude linde, een markeringsboom. Hij staat op een kruising van wegen en markeert tevens de grens tussen de gehuchten 't Rooth en Klein Welsden. Bij de linde kan men genieten van een van de mooiste vergezichten in Limburg. Ook de linde zelf is voorzien van een Limburgs tintje, want aan de voet van de boom staat een kruis. Volgens de overlevering is deze boom geplant door de troepen van Napoleon, die van de op dat moment bestaande diverse heerlijkheden, de provincie (departement) Limburg heeft gekneed. Markeringsbomen hielpen de Fransen het land op een nieuwe wijze in te delen.
 
Markeringsboom "Beuk met de spreuk”
Limburg heeft aan lange grens met de buurlanden België en Duitsland en als gevolg daarvan vele bomen die deze grens markeren. Een van die bomen is te vinden in de landerijen ten zuiden van Noorbeek. Het is een ruim honderdjarige beuk die solitair in een weiland staat en hoog boven alles uitsteekt. Bij de beuk staat een bord met daarop een spreuk die betrekking heeft op de boom. 
In goed Limburgs lezen we: Livven Hier, EsdichDich ‘ns zeuk Vin ichDicha'gen beuk
Vertaald in het ABN: Lieve Heer, Als ik je eens zoek Vind ik je bij de beuk
 
De Kopse Boom

In het westelijk deel in het land van Maas en Waal komen deze twee rivieren vlak bij elkaar. Uniek is dat de Maas- en Waaldijk hier samenkomen. Op het smalste stuk tussen de stromen liggen Sint Andries en Heerewaarden. Aan de Waalzijde ligt een voormalig schiereiland met de vorm van een vis, de kop stroomopwaarts gericht. Hier ligt het buurtschapje "De Kop” waar zich de "Kopse Boom” bevindt, de oudste populier van het Land van Maas en Waal. De boom is waarschijnlijk geplant eind 19e eeuw en was een bakenboom. De naam stamt uit het begin van de 20ste eeuw toen schippers de boom, die vanaf de rivier is te zien, gebruikten als baken. Bakenbomen geven vaak aan dat er een weggetje vanaf de dijk het land in loopt. Hetgeen ook bij de Kopse Boom het geval is.
 
Gerechtslinde

Aan de Horstlindeweg in Enschede, staat een hekwerk waarbinnen twee opgaande lindestammen staan. Deze twee stammen zijn voorgekomen uit een hoge linde die daar vroeger stond, vanouds bekend als de Horstlinde of de Veemlinde. Uit overlevering is bekend dat onder deze linde recht is gesproken. Vandaar de naam Veemlinde of Gerechtslinde. Rechtspreken in de open lucht onder of nabij een speciale boom is een oud gebruik. Op enig moment werden rechtszittingen niet meer in de openlucht gehouden en naar een gebouw verplaatst. Beweerd wordt ook dat de linde precies in het midden van de lijn Zwolle-Münster is geplant, zodat zij kadastraal een belangrijk meetpunt was. Voor de eenzame reiziger tevens een baken aan de verre horizon.
 
Markeringsboom: "De es aan de Zeelberg”
Evenals dieren markeert de mens graag zijn grondgebied. "Hier begint mijn bezit en daar eindigt het ". Door de afwezigheid van veel los gesteente in ons land, heeft men in het verleden het grondgebied vaak gemarkeerd door een boom op de scheidingslijn te planten. Een boom is immers niet gemakkelijk te verplaatsen door een kwaadwillende eigenaar. Op een kruispunt van akkers treft men dan ook nog regelmatig bomen aan die daar om die reden zijn geplant. "De es aan de Zeelberg” is te vinden in het buitengebied op de Zeelberg bij Valkenswaard. In deze boom is zelfs een oog bevestigd waardoorheen de scheidingsdraad van twee akkers loopt.
 
De huuskesboom van Libeek
De huuskesboom van Libeek is in de achttiende eeuw geplant als grensboom. Hij gaf aan waar het land van Daalhem (de Voerstreek België) en het Land van Valkenburg aan elkaar grensden. Nadat de Belgische afscheiding van Nederland in 1839 definitief was, bleef de boom een grens markeren, namelijk die van Nederland en België. Het planten van bomen op de grens van verschillende landbezittingen, stamt al uit de tijd van Karel de Grote. De linde stond daarbij symbool voor het vrije grondbezit. De naam "Huuskesboom” komt van het feit dat hier ooit een huisje (huuske) heeft gestaan. Reeds in 1481 vermeldden de registers van overdracht van de Schepenbanken Broust en Eysden "dat een derde morgen-land [was] overgedragen Aen den Boum te Lyebeck”. Al eeuwen voor de invoering van een uniform kadastrale aanduiding werd vaak met een uitbreide beschrijving de grens aangeduid. En bomen ‘verankerden' deze.
 
De "dikkepikkebeuk” van Alphen

Deze scheidingsboom is wel een heel bijzondere. Hij staat op de scheiding van enkele akkers op het Landgoed De Hoevens op het grondgebied van de gemeente Alphen. Het is een beuk waarvan in de nabijheid ooit een weidepaal in de grond is geslagen. Inmiddels heeft de boom de paal bijna geheel omarmd en houdt hem als het ware in een wurggreep.
 
De Italiaanse weg
Vanuit het uiterwaardenlandschap bij kasteel Doorwerth loopt een klinkerweggetje door het loofbos steil de stuwwal op. Na enkele scherpe haarspeldbochten volgt het een strakke koers tot de Utrechtseweg. De weg wordt gemarkeerd door tientallen markante oude beuken met grillige stamvormen. De weg zelf is aangelegd in 1848 door Baron van Brakell. Hij noemde hem "De Italiaanse weg”, naar de steile haarspeldbochten die hem aan Italië herinnerden. De weg werd aangelegd op een oude grens tussen verschillende percelen eikenhakhout. De grens tussen de twee eigendommen werd gemarkeerd door beuken: zogenaamde "scheibomen”. Ook nu nog loopt hier de grens tussen het terrein van Geldersch Landschap en Staatsbosbeheer. Het sfeervolle klinkerweggetje met de bejaarde beuken wordt vaak de mooiste weg van Nederland genoemd.
 
De dikke Eik van Beilen
Tot de invoering van het Kadaster (1832) werden in Drenthe op erf- en landscheidingen vaak bomen geplant. Meestal eiken, essen of iepen. Dergelijke grens- of merkbomen markeerden de grenzen nog duidelijker dan de grensstenen. En bovendien niet zo makkelijk (illegaal) te verplaatsen. Sommige van deze grensbomen zijn uitgegroeid tot imposante reuzen, zoals deze in Beilen. Het is een zomereik – in wintertooi – heeft een omtrek van 486 cm (in 2005 gemeten), een hoogte van 22 meter en is tussen de 250 en 350 jaar oud. Hij staat op de kruising Esweg, Eusingerweg en Asserstraat in Beilen. Als bijzonderheid kan worden vermeld dat deze "Dikke eik van Beilen” de oudste geregistreerde grensboom van Nederland is. Het is wonderbaarlijk als men bedenkt dat reizigers die zo'n 150 jaar geleden te voet of te paard over de uitgestrekte heidevelden ten noorden van Beilen trokken, zich al op deze eik oriënteerden.
 
Viermarken-linde

Tot ver in de 19e eeuw waren in het oosten van ons land landbouwgronden in gemeenschappelijk bezit van de marke, een bestuursvorm uit vroeger tijd. Doel hiervan was het duurzaam en gemeenschappelijk beheren van de markegronden voor de productie van voedsel en hout voor de bevolking. Marke betekent grens of scheiding, en grenzen moeten worden gemarkeerd. Ten westen van Enschede kwamen op een bepaald punt vier marken bij elkaar: Groot Driene, de Eschmarke, Twekkelo en Lonneker. Op het punt waar de vier marken elkaar raken staat een lindeboom waarvan wordt gezegd dat deze al 300 tot 400 jaar oud moet zijn. Een boom kun je niet gemakkelijk verplaatsen, en door deze aan de rand van een marke te planten, kunnen er dus nooit meningsverschillen ontstaan over de exacte grens.
 
De Grenslinde in "De Zak”
                       
                          Grenslinde op de driesprong Kaneelspolderdijk, Oud Vreelandsedijk.
De "Zak” van Zuid-Beveland is gelegen in het zuidoostelijk deel, grenzend aan de Westerschelde. De naam heeft alles te maken met de oorsprong. De gehele Zak van Zuid-Beveland is bezaaid met grenslinden. Lang geleden bestond dit gebied uit een aaneenschakeling van eilandjes. Het bezinksel of "zaksel” van slib uit het water zorgde ervoor dat het gebied geleidelijk aan droogviel. Vlaamse monniken begonnen in de twaalfde eeuw met het bedijken van die stukjes. Gaandeweg ontstond een netwerk van honderden kilometers dijk en vele poldertjes op een relatief klein oppervlak. De ambachtsheren gebruikten linden voor het aangeven van grenzen van hun rechtsgebied.
 

De Belasting-eik

Op de buitenplaats Hilverbeek onder 's Graveland staat de zogeheten belasting-eik. Het is de oudste boom van Noord-Holland en heeft een stamomtrek van ± 7 meter. Volgens onderzoek zou de eik 284 jaren oud kunnen zijn. Volgens de overlevering zouden er ooit vier eiken op dit weiland hebben gestaan. De reden om deze eiken in een weiland te planten zou geweest zijn om, tijdens het tiendrecht-systeem, onder betaling van de dure vee-tienden uit te komen en alleen de goedkopere tienden over de bomen te hoeven betalen. Dit kon alleen als een perceel land zou zijn geclassificeerd als "land met bomen” en niet als weiland.
 

 

De Eik van grenspaal 12

In het uiterste puntje van Zuid-Limburg vinden we de "De eik van grenspaal 12”. Eigenlijk moet je je aan de Belgische kant van de boom begeven om de grenspaal te ontdekken. Aan de zuidkant van de voet van deze eik staat een grenspaal ingeklemd. Hoewel de boom met de grenspaal is vergroeid, is hij niet specifiek geplant als grensboom. Eigenlijk was het gewoon een van de vele bomen van het bos dat rond het Belgische kasteel Beusdael lag. In het begin van de jaren vijftig van de vorige eeuw wilde een boer het landgoed Beusdael kopen. Bij gebrek aan middelen om het kasteel te kunnen renoveren, besloot hij de bossen op het landgoed te kappen voor de verkoop van het hout. De gemeente Sippenaeken wist echter de kap van één van de dikste bomen te voorkomen: de eik van grenspaal 12.