Hulpkaarten

Schetsen, schetstekeningen, perceelskaarten
 Vóór 1844 sprak men van schetsen of schetstekeningen. Deze bevatten de omtrek van de oude en nieuwe kadastrale percelen, zodat men het bijblad kon bijwerken. De oude schetsen bevatten in veel gevallen ook meetcijfers. Men maakte, als er bekend was dat er gemeten zou moeten worden, op een kopieerspiegel een kopie van de desbetreffende percelen vanaf het minuutplan, die men de "Oorspronkelijke Stand der Percelen” noemde. Hierop waren ook de ruitlijnen aangegeven. Waarschijnlijk kon de landmeter die meenemen als hij daar ter plaatse ging meten. Er werd door de verschillende landmeters ook verschillend mee omgegaan.
 
 
Boven: gedeelte van de perceelskaart Hilvarenbeek kadasternummer A460 / 461 uit 1835, de meetcijfers staan op de kaart. Rechts: de staatjes van laatst voorgaande Toestand en Tegenwoordige Toestand. Op de perceelskaart staat ook de naam van de eigenaar namelijk Z.K.H. de Prins van Oranje. Het kaartje betreft het gebied waar tegenwoordig de abdij de Koningshoeven staat in Tilburg. De Prins van Oranje is de later Koning Willem II.
 
De één schetste op een kopie daarvan de nieuwe situatie in, met de vermelding van de meetcijfers; de ander maakte losse veldwerken. Uiteindelijk stond er op de schets dan de nieuwe toestand afgebeeld in rode kleur, met er doorheen in blauwe kleur de vervallen situatie, òf op dezelfde schets stond naast de oude situatie in zwart de nieuwe toestand ook in zwart. Met iedere naamsverandering veranderde ook het formaat, ze werden telkens wat groter. Vanaf 1844 werden de schetsen perceelkaarten genoemd en getekend op speciaal daarvoor vervaardigde voorgedrukte formulieren, Kadaster no. 78. Hierop kon in een staatje worden aangegeven: letter en nummer van de ruit, de "Laatste toestand” (het oude nummer en de "inhoud” daarvan) en de "Tegenwoordige toestand” (het nieuwe perceelnummer en de "inhoud” daarvan. Als er een mutatie plaatsvond op een perceelnummer dat zelf niet vernummerde, ging men er later toe over om bij dat staatje op de schets, of later de hulpkaart, te verwijzen naar de schets of hulpkaart, waarop dat perceel als onvernummerd staat afgebeeld. Omdat er sprake was van een kopie van het minuutplan, had de schets uiteraard ook dezelfde schaal als het minuutplan. Ook de letters en nummers van de ruiten waren op de schets overgenomen. De schetsen waren bij voorkeur noordgericht, en voorzien van een kleine noordpijl.
 
 
Hulpkaarten
 In 1857 zijn de hulpkaarten officieel ingevoerd, als de opvolger van de hiervoor besproken schetsen. Er kwamen drie modellen: het gewone formaat, Kadaster nr. 78, het dubbele formaat daarvan: Kadaster nr. 65 en het model Kadaster nr. 63 dat het formaat had van de gewone plans.
 
 
Boven: Links de hulpkaart, model 78, van Heumen sectie C archiefnummer 54 opgemaakt 2 augustus 1876. Rechts de hulpkaart, model 65, van Nijmegen sectie C nummer 1100 opgemaakt november 1949.
Rechts: De koptekst van de hulpkaart Heumen sectie C nr. 54 met aangegeven modelnummer 78. Daaronder de hulpkaart, model 63, van Nijmegen sectie A archiefnummer 66 deze heeft de groote van een bijblad.
 
Er kwam een staatje op voor, met de oude en nieuwe nummers van de percelen met de grootte. Hierop is men later gaan verwijzen naar de hulpkaarten waarop hetzelfde perceel als onvernummerd staat afgebeeld. Vanaf ongeveer 1926 is er daarom een extra kolom aan dat staatje toegevoegd: "Verwijzing naar latere hulpkaarten”. Als een minuutperceel als onvernummerd op een hulpkaart voorkwam, kon men dus niet verwijzen op de hulpkaart of schets waarop het perceel was ontstaan. Men heeft daarom daarvoor een speciale lijst ontworpen, de "Lijst van voor de eerste maal in de metingsstukken opgenomen of bij grensaanwijzingen betrokken minuutpercelen” (Kadaster nr. 78a). Hierop werden minuutpercelen verwezen naar latere hulpkaarten en/of veldwerken waarop deze nummers als ongenummerd voorkomen. De hulpkaarten werden eerst gedrukt op tekenpapier, maar toen er ongeveer 1960 bijbladen kwamen die ondoorzichtig waren, zoals de correctostaatbladen, is men overgestapt op transparante hulpkaarten, immers kopiëren was niet meer mogelijk. Meteen is het voorgedrukte staatje aangepast. Het vermelde alleen nog het nieuwe perceelnummer, met daar achter een bredere kolom om te verwijzen naar de nieuwere hulpkaarten. Sinds de komst van de digitale kaart worden de hulpkaarten door een plotter vervaardigd op wit papier. A. Soutendijk (De Hypothecaire en Kadastrale Boekhouding, tweede deel, Tiel, 1916) geeft van de hulpkaart de volgende definitie: "eene kaart, waarop eene terreinsverandering wordt aangegeven en de laatst bestaande en de nieuwe toestand voorkomen, en die samengesteld wordt door aftrekking van het minuutplan, het bijblad of van beide, voor zoover den ouden toestand betreft, en verder door kaarteering van den nieuwen toestand, in verband met den ouden, volgens de veldaantekeningen en de daarop voorkomende meetcijfers”.
 
De hulpkaart bevat de volgende kleuren:
• De nieuw opgemeten grenzen en andere lijnen in rood;
• De onveranderde lijnen in zwart;
• De vervallen lijnen in blauw.
 
De kadastrale nummers vertoonden de volgende kleuren:
• Nieuwe nummers in zwart;
• Vervallen nummers in blauw;
• Onveranderde nummers in rood.
 
 
Boven: gedeelte van de hulpkaart van Nijmegen sectie B nr. 1021 opgemaakt juli 1948. Hierop staan het Keizer Karelplein en in rood de noodwinkels bij de Bisschop Hamerstraat. Daarnaast een gedeelte van de hulpkaart van Nijmegen sectie C nr. 1100 opgemaakt november 1949. Hierop staan in rood ingekleurd de noodwinkels bij het Kelfkensbos, de blauwe lijnen geven de verwoeste panden aan.
Rechts: de hulpkaart van Nijmegen sectie C nr. 1094 opgemaakt februari 1949. In de kleur blauw de Broerstraatskerk en in rood het stadhuis aan de Burchtstraat. Daaronder de hulpkaart Van Nijmegen sectie C nr. 1106 opgemaakt september 1950. Hierop staat onder de Broerstraatkerk in rood gekleurd de nieuwe winkel van Van Der Borg.
 
Verder kwamen de volgende kleuren voor:
• Gewone gebouwen: licht rood (carmijn of carmijnlak);
• Kerken: licht blauw (cobalt);
• Water: licht blauw (Pruisisch);
• Wegen: licht bruin (sienna).
 
Jan Stehouwer
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Schets uit 1840 van Arnhem sectie O