Proces-Verbaal Nijmegen

PROCES - VERBAAL

der grensbepaling van het grondgebied der Gemeente van 

Nijmegen 

In den jare achttienhonderd Twee en Twintig den Vijf en Twintigste dag der maand November hebben wij, Landmeter der eerste klasse van het Kadaster, benoemd door den Minister van staat belast met de Generale directie der ontvangsten bij resolutie van den 13 Maart No 8, ten einde overeenkomstig de bepalingen, vervat in de wetten, decreten, reglementen etc., betrekkelijk het Kadaster, de opneming te verrigten van de omtreklijnen der Gemeenten, welke tot de Kadastrering voor den dienst van achttienhonderd Twee en Twintig zijn aangewezen, ons begeven naar de Gemeente van Nijmegen alwaar wij gevonden hebben de Heeren Johan Willem Pels, President Burgemeester en Carel Christiaan Haverkamp eerste Stads Secretaris als mede Johan Carel van Steen Christiaan de Roos door hun benoemde Aanwijzers, gelijk mede de Heeren Schouten en Gemagtigde en Aanwijzers der hier onder genoemde Gemeenten, te samen geroepen en bijeengekomen, ten einde in derzelver wederzijdsch bijzijn, de grensscheiding op te nemen van het grondgebied van Nijmegen.Op het terrein gekomen, hebben wij onze bewerking begonnen van het punt in den omtrek der opgemelde Gemeente, hetwelk meest ten Noorden liggende, tevens tot scheiding dient, tusschen de beide Gemeenten van Nijmegen en Elst, en wij voorts de lijn van omschrijving gevolgd, van het Noorden naar het oosten, en vervolgens naar het Zuiden en Westen, geduriglijk aan onze regterhand houdende het grondgebied van Nijmegen en aan onze linkerhand achtervolgens die van Elst, Ubbergen, Hatert en Neerbosch in voege als volgt: 

Art. 1.

GRENSSCHEIDING TEN AANZIEN DER GEMEENTE VAN

Elst 

Beginnende in het midden van de Rivier de Waal regt in de verlenging van eenen grenspaal staande op den kruin van den WaalBandijk en van de buitenste linie der vestingwerken der Stad Nijmegen, dewelke bepaald is, door palen staande aan alle en uitspringende hoeken van gemelde vestingwerken, hebben wij naar aanwijzing van den Burgemeester en aanwijzers van Nijmegen, en in bijzijn van den Schout en Aanwijzers van Elst bevonden, dat de scheidingslijn die het grondgebied dier beide Gemeenten scheidt bepaald wordt, over hare gehele lengte door de bedding van de Rivier de waal, deze Rivier opwaards volgende, tot aan de ontmoeting van het verlengde van eene sloot, aan de linkeroever van erensgemelde Rivier gelegen, tusschen de rijswaard van de Geerfdens van d’Ooij en die van den Heer van Hugepoth. Hier ter plaats gekomen zijnde hebben wij bevonden dat dezelver de scheiding maakte tusschen het grondgebied der Gemeente Elst, aan de regter, en de grondgebieden der Gemeenten Nijmegen en Ubbergen, aan de linker oever van de Rivier de waal, en wij hebben dit gedeelte van ons Proces-verbaal gesloten, dat door den Burgermeester en Aanwijzers van Nijmegen als mede door de Schouten de Aanwijzers van Elst en Ubbergen onderteekend is. – 

Burgemeester en aanwijzers van Nijmegen: J:W: Pels B, Haverkamp Stadssecretaris, C: de Roos, J.C. van Steen   

De Schout en aanwijzers van Elst: Joh: Vermasen, R. van der Horst, A.J. Beijerinck

De Schout en aanwijzers van Ubbergen: A.S.J. Abeleven, Jac. van Hees, H. Rutten

Art. 2.

GRENSSCHEIDING TEN AANZIEN DER GEMEENTE VAN

Ubbergen 

Beginnende aan het hiervoren omschreven punt hebben wij naar aanwijzing van den Burgemeester en aanwijzers van Nijmegen en in tegenwoordigheid van den Schout en de aanwijzers van Ubbergen bevonden dat de scheidingslinie, die het grondgebied dier beide Gemeenten oostwaards van de Gemeente Nijmegen scheidt, bepaald wordt van het gezegde punt, door eene lijn, loopende zuidwaards in de rigting van eene sloot, tusschen de Rijswaard van de Geerfdens van d’Ooij en die van den Heer van Hugepoth. Van dit punt, gaat de scheidingslijn door gezegde sloot, en deszelfde directie tot aan de Rekken staande tusschen erengenoemde Rijswaard van den Heer van Hugenpoth en het weiland van de Geerfden van d’Ooij. Hier vandaan oostwaards wordt de scheidingslijn bepaald, eerst door gezegde rekken daarna door eene lijn, loopende in de rigting van meergenoemde rekken tot midden in eene kolk. - Daarvandaan met eene regtsche wending wordt de scheiding aangewezen, eerst door eene lijn, loopende in de rigting van eenen doornenhage, strekkende tusschen laatstgenoemd weiland, en dat van het Burger Gasthuis van Nijmegen, daarna door deze hage zelve, loopende in eene kromme rigting vervolgens dwars door eene kolk, en eendelijk wederom langs meergemelde hage, altijd tusschen dezelfde eigendommen tot eene kade de waardschen Dam geheten. Van dit punt Zuidwestwaards houdt de grensscheiding het midden van den kruin van erengenoemde kade, loopende in eene kromme gedaante over de Waardensche Sluis, tot aan den ooijschen dijk. Verder met eene regtsche wending wordt de scheidingslijn bepaald door het midden van den kruin van erengenoemde dijk, denzelven in eene kromme rigting volgende tot de ontmoeting van eenen weg de persingensche Straat genaamd. Vervolgens houdt de scheidingslijn de zuidzijde van erengenoemden weg, in eene oostelijke en kromme rigting tot aan eene sloot tusschen het weiland van het Burger Gasthuis van Nijmegen, en dat van A:L: de Fockert, in de nabijheid van den Kadijk. Van dit punt loopt de scheidingslijn door gezegde sloot in eene zuidelijke rigting tot aan de ontmoeting van eene waterlozing, het Meer genaamd. Hiervandaan voegt de scheidingslijn de regter oever van erengenoemde waterlozing in een kromme rigting westwaards tot het in het verlengde der oostzijde van het erf van het huis het Vrouwendal geheeten. Vandaar met eene lingsche wending gaats de scheidingslijn, eerst dwars over den weg van Nijmegen naar Ubbergen, daarna langs erengenoemde erf en eindelijk langs een uitwegje het voetpad genaamd tot over den Ubbergschen Veldweg. Op dit punt gekomen zijnde hebben wij bevonden dat hetzelve de scheiding maakte tusschen het grondgebied van Nijmegen ten westen, dat van Ubbergen ten oosten en dat van Hattert ten zuiden. En wij hebben dit gedeelte van ons Proces Verbaal gesloten dat door den Burgemeester en aanwijzers van Nijmegen benevens door den Schout en aanwijzers van Ubbergen als mede door den gemagtigden en aanwijzers der Gemeente Hatert getekend is.

De Burgemeester en aanwijzers van Nijmegen: J:W: Pels, Haverkamp Stadssecretaris, C: de Roos, J.C. van Steen

De Schout en aanwijzers van Ubbergen: A.S.J. Abeleven, Jac. van Hees, H. Rutten

De gemagtigde en aanwijzers van Hatert: J: van Loon-G. Tervooren-G. Adriaans


Art. 3.

GRENSSCHEIDING TEN AANZIEN DER GEMEENTE VAN

Hatert

Gaande van het hier voren omschreven punt is ene volgende aanwijzing van den Burgermeester en aanwijzers van Nijmegen, en in tegenwoordigheid van den Heer J: van Loon, assessor te Nijmegen, gemagtigd voor de Gemeente Hatert bij besluit van de Heer Gouverneur in dato 16 October 1822 No. 4376/14 met de aanwijzers dier gemeente gebleken, dat de scheidingslijn die het grondgebied dier beide gemeenten scheidt gevormd wordt van het gezijde punt door de zuidzijde van erengenoemden Ubbergschen Veldweg, loopende nagenoeg regt en in eene Westelijke rigting tot aan de ontmoeting van de buitenste lijn der Vestingwerken der Stad Nijmegen, dewelke bepaald is door palen staande aan de in en uitspringende hoeken van gemelde Vestingwerken. Van dit punt met eene linksche wending wordt de grensscheiding gevormd door erengemelde scheiding, loopende in onderscheiden wendingen tot aan den weg van Nijmegen naar Cleve. Hiervandaan Westwaards voegt de scheidingslijn de Noorderzijde van laatst genoemden weg tot in de verlenging van de buitenste lijn van reeds gemelde Vestingwerken der Stad Nijmegen. Daarvandaan Zuidwaards gaat de scheidingslinie dwars over laatstgenoemde weg en houdt vervolgens altijd de buitenste lijn van meer gemelde vestingwerken dwars over de wegen van Nijmegen naar Groesbeek en van Nijmegen naar Mook, tot aan de ontmoeting van de westzijde van laatst genoemde weg. Vervolgens, Westwaards wordt de grensscheiding bepaald door gezegde zijde van de weg van Nijmegen naar Mook, tot wederom aan de ontmoeting van meer gemelde vestingwerken. Verder volgt de grensscheiding in eene westelijke rigting altijd de buitenste linie van erengemelde vestingwerken der Stad Nijmegen, tot in het midden van den weg van Nijmegen naar de Grave. Op dat punt gekomen zijnde is ons gebleken, dat hetzelve de scheiding maakte tusschen het grondgebied van Nijmegen te Noorden, dat van Hatert ten oosten, en dat van Neerbosch ten Westen, en wij hebben dit gedeelte van ons Procesverbaal gesloten, dat door den Burgemeester en aanwijzers van Nijmegen benevens door de gemagtigden en aanwijzers van Hatert en Neerbosch geteekend is.

De Burgemeester en aanwijzers van Nijmegen: J:W: Pels, Haverkamp Stadssecretaris, C: de Roos    

De gemagtigde en aanwijzers van Hatert: J: van Loon, G. Tervooren, G. Adriaans

De Gemagtigde en Aanwijzers van Neerbosch: H: Thoonsen, J: Peters van Hees, D: Hendriks


Art. 4.

GRENSSCHEIDING TEN AANZIEN DER GEMEENTE VAN

Neerbosch

Voortgaan van het hiervoren vermelde punt hebben wij naar aanwijzing van den Burgemeester en aanwijzers van Nijmegen, en in bijzijn van den Heer H: Thoonsen, Assessor der Gemeente Nijmegen gemagtigde voor de Gemeente Neerbosch bij Besluit van den Heer Gouverneur dezer Provincie in dato 16den October 1822 No 4376/14 met de aanwijzers dier Gemeente bevonden, dat de scheidingslijn die het grondgebied der Gemeente Nijmegen Neerbosch scheidt, gevormd wordt van het gezegde punt, Zuidwaards door het midden van erengenoemden weg, tot in de verlenging van de buitenste linie der Vestingwerkender Stad Nijmegen. Van dit punt met een regtsche wending wordt de grensscheiding bepaald door gezegde scheiding, loopende in onderscheidene wendingen, dwars over den weg van Nijmegen naar Hees, tot aan de Westzijde van den weg van Nijmegen naar Weurt. Hiervandaan Noordwestwaards volgt de grensscheiding gezegde zijde van erengenoemden weg in eene kromme gedaante tot in de verlenging van meergemelde buitenste linie der vestingwerken. Daarvandaan met een regtsche wending wordt de grensscheiding bepaald door gezegde scheiding loopende in onderscheidene wendingen tot aan den kruin van den Waal Bandijk alwaar een grenspaal staat, en daarna in dezelfde directie tot aan het punt bij Art 1 van dit Procesverbaal breed voorzijde omschreven. Hier ter plaats gekomen zijnde hebben wij bevonden dat dezelve de scheiding maakt tusschen het grondgebied van Elst aan de regter oever van de Waal en de grondgebied van Nijmegen en Neerbosch aan de linker oever van de Rivier. En wij hebben op dit punt de opneming der grenzen van de Gemeente Nijmegen ter einde gebragt en dit ons Procesverbaal gesloten dat voor den Burgemeester, Schouten, gemagtigden en aanwijzers geteekend is op heden den drie en Twintigsten December 1822.

De Burgemeester en aanwijzers van Nijmegen: J:W: Pels, Haverkamp Stadssecretaris, C: de Roos 

De Gemagtigde en Aanwijzers van Neerbosch: H: Thoonsen, J: Peters van Hees, D: Hendriks


De Controleur der directe Belastingen in de Dirisie Nijmegen: D…akker (?) 

De landmeter delimitateur van het Kadaster in de Provincie Gelderland: L:C: Machen 

De grensbepaling van de gemeente Stad Nijmegen, zoo als die in vorenstaande proces-verbaal is omschreven, vast gesteld door ons Gouverneur der Provincie Gelderland. Gedaan te Arnhem den 9 Januarij 1823. Bij afwezigheid van den Gouverneur. Het lid der gedeputeerde Staten: H: van Eck

 


Minuutplan 1822 Nijmegen


Proces-Verbaal Nijmegen






Beginpunt in de Waal bij de Waal Bandijk









Waardensche Dam, Ooijschendijk, Persingensche straat


Burger Gasthuis en A.L. de Fockert


Het Vrouwendal



Weg van Nijmegen naar Cleve



Weg naar Groesbeek en Mook



Weg van Grave naar Nijmegen



Eindpunt in de Waal bij de Waal Bandijk