IJKbasis Loenermark

In de periode 1885-1904 hebben in ons land de hoekmetingen plaatsgevonden, om te komen tot een landelijk primair driehoeksnet. Het uitvoeren van de hoekmeting is met grote nauwkeurigheid uitgevoerd, maar in die tijd was het nauwkeurig meten van afstanden nog een groot probleem. Daarom heeft men in het driehoeksnet enkele punten van het Duitse driehoeksnet opgenomen. Uit de coördinaten van die punten in het Duitse net, waren immers de afstanden bekend, en zodoende kon men met behulp van de gemeten hoeken van het net de onderlinge ligging van de punten berekenen. Van de berekende punten werden eerst de voorlopige coördinaten gepubliceerd, omdat men er van uit ging dat de coördinaten zouden veranderen als er in ons land een eigen basis gemeten zou worden. In 1913 werd in Gelderland nabij Stroe een basis gemeten, en met behulp van driehoeksmeting aangesloten op het net. Omdat bleek, dat er maar een erg kleine correctie doorgevoerd zou moeten worden (1 mm per km), heeft men de eerder als voorlopige gepubliceerde punten als definitief vastgesteld.
 
 
Boven: de basismetingen in Stroe. Kleurenfoto's rechts: de ijkbasis Loenermark op de Zilvenscheheide.
 
In 1954 werd er internationaal besloten om de landelijke driehoeksnetten te verenigen tot een groot Europees driehoeksnet. Er werd voorgesteld om in alle deelnemende landen een ijkbasis aan te leggen volgens de "Väisälä methode”, dat is een lichtinterferentiemethode om geijkte meterstaven stapsgewijze meetkundig te "vermenigvuldigen”. Zodoende zou er bereikt worden dat we in alle netwerken een uniforme schaal zouden verkrijgen om invardraden te kunnen ijken, en tevens zou men daar de elektronische afstandmeters kunnen kalibreren. In ons land viel de keuze op de Loenermark, omdat de Veluwse bodem daar ter plaatse uitstekend geschikt is voor een goede fundering van de pijlers, en omdat de oude ijkbasis bij Stroe niet meer aanwezig is (deze is onder een nieuwe weg verdwenen). Omdat de in ons land gebruikte invardraden een lengte hebben van 24 meter, wordt gekozen voor een basis met een lengte van 576 m, met tussenpunten op 1, 6, 24, 96 en 288 meter, dus veelvouden van 24 of onderdelen daarvan. Op deze afstanden heeft men pijlers gemaakt, met bij de 0-pijler, de middelste pijler op 288 m en in de eindpijler een ondergrondse cilinder waarin een ondergronds merk werd aangebracht. Eind 1956 is men met de voorbereidende werkzaamheden begonnen, begin 1957 is de bouw van de pijlers uitgevoerd, en in oktober 1957 zijn de uiteindelijke metingen uitgevoerd. Naast deze interferentiebasis is in 1960 een invardraad basis aangelegd, met daarin op elke 24 m een betonnen paal. De basis Loenermark zelf is nooit aan het Rijksdriehoeksnet gekoppeld om als nieuw basis te dienen. De nieuwe basis in ons land is er wel gekomen, maar op de afsluitdijk. Deze nieuwe basis is in 1965 gemeten, en deze is wel door middel van hoekmetingen verbonden met het Rijksdriehoeksnet.
 
Het ijken van de invardraden, ca. 1960. (Deze foto's en de foto's hieronder zijn afkomstig uit het foto-album van de familie Jan Slagman, ingenieur bij het Kadaster vestiging Eindhoven.)
 
De gebruikte invardraden en ander gebruikt instrumentarium is toen geijkt op de Loenermark. Ook later is er veelvuldig gebruik gemaakt van de ijkbasis Loenermark om de afstandmeters van o.a. de Rijksdriehoeksmeting te ijken, maar dat gebeurt nu niet meer.
 
Het ijken van instrumentarium, ca. 1960. Ook werd er ter plaatse gekampeerd.
 
De ijkbasis wordt, sinds het jaar 2000, niet meer gebruikt door de Rijksdriehoeksmeting. Heeft deze ijkbasis daardoor geen functie meer voor onze Geometrische infrastructuur? Mis, want juist vanwege het hiervoor aangegeven argument, dat de bodem daar ter plaatse erg stabiel is, heeft de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat bij de 3e nauwkeurigheids-passing van ons land, uitgevoerd in de periode 1950-1959, 7 bovengrondse vastleggingen (NAP-bouten) in de verschillende pijlers aangebracht en gewaterpast. Daarna zijn ze in alle regionale waterpassingen in dit gebied meegenomen. In 2006 is er besloten om in de kelder van de 0-pijler van de ijkbasis een ondergronds hoogte merk aan te brengen, dat bij die metingen in hoogte is bepaald.
In september 2007 is de ijkbasis, door de gemeente Apeldoorn, als gemeentelijk monument aangemerkt. Ook werd er een informatiebord onthuld. De ijkbasis ligt op de voor fietsers en wandelaars vrij toegankelijke Zilvensche Heide bezuiden Loenen en is aangegeven op de topografische kaarten.

Jan Stehouwer

 

 
 
 
 
 
 
 
 
Invardraden