Brunsviga rekenmachine

Dit is een .....Brunsviga.

Voor de landmeetkundige bestond zijn werk uit diverse werkzaamheden: meten, tekenen en last but not least rekenen.

Vooral voor het uitvoeren van coördinaten berekeningen, is het bijna ondoenlijk om dat te doen zonder gebruik te maken van een hulpmiddel als een rekenmachine. In de landmeetkunde, dus uiteraard ook bij het kadaster, werd daarvoor gebruik gemaakt van de “Brunsviga” rekenmachine. Maar ook bij andere bedrijven, zoals bijv. banken werd de Brunsviga veelvuldig gebruikt. Deze machine was namelijk in staat om vermenigvuldigingen, en dus ook delingen, uit te voeren. De rekenmachine werkte volgens de in 1892 door W.T.Odhner in St. Petersburg ontwikkelde technieken, en werd door een Duitse naaimachinefabriek in Braunschweig, die de patenten op dit principe had verworven, vervaardigd en op de markt gebracht.

Het eerste dat opvalt als we zo’n rekenmachine bekijken, is een grote “zwengel”, de draaikruk, (22) die we kunnen ronddraaien, zowel vooruit als achteruit. Links van deze zwengel zien we een reeks pennetjes, die we door een reeks van gleuven op en neer kunnen schuiven langs de getallen 0 t/m 9. Hiermee kunnen we een willekeurig getal instellen, en de pennetjes worden dan ook instelpennen (2) genoemd, en die gleuven met de pennetjes samen noemt men het instelbord (1). Er direkt boven zit een contrôlevenster (3) waarin het ingestelde getal is af te lezen.

Draaien we nu de draaikruk rond, dan draaien de instelpennetjes ook  mee rond die as, en dan kunnen we in een ander venster, het omwentelingsregister (9) zien hoe vaak we de draaikruk hebben rondgedraaid. Het grote venster onderaan de machine is het resultaatregister (18), en hierin vinden we het antwoord van de berekening die we hebben uitgevoerd. Hebben we op het instelbord bijv. 25 ingesteld, en draaien we de draaikruk 2 maal in positieve richting (dat is van onderaf waar de draaikruk in de zg. stuiter (23) valt voorlangs), dan staat in het resultaatregister het antwoord, nl. 50. Het resultaatregister zit in een soort van slede (16) die we met behulp van de sledeverplaatser (17)  naar links en rechts kunnen verplaatsen.
Schuiven we deze bijv. 3 plaatsen naar rechts, dan schuift op het omwentelingsregister een zg. plaatsaanwijzer (13) 3 plaatsen naar links, en als we dan de draaikruk 1 maal in positieve richting draaien dan staat op het omwentelingsregister het getal 1000. Verplaatsen we de slede weer 3 plaatsen naar links en draaien de draaikruk vervolgens 2 maal in negatieve richting, dan verandert in het omwentelingsregister de 1000 in 998. We hoeven dus niet 998 maal de draaikruk rond te draaien! Omdat we natuurlijk niet alleen met gehele getallen te maken hebben, moeten we ook aan kunnen geven waar de komma staat. We kunnen niet, zoals bij een moderne rekenmachine de komma (of punt) intoetsen, maar boven alle drie de registers kunnen we met behulp van komma-aanwijzers (de nrs.4, 10 en 19) zelf de plaats van de komma aangeven. Voor zowel het instelbord, het omwentelingsregister als het resultaatregister zijn schoonmakers aanwezig, in de vorm van kleine handels (resp. nrs. 8, 14 en 21) waarmee we, door deze naar voren te trekken het betreffende register op 0 kunnen zetten. Ook is het mogelijk om met de schoonmaker van het omwentelingsregister (14) zowel dat register als ook het instelbord met controle venster schoon te maken. We moeten dan de schoonmaakkoppeling (15) op stand 2 zetten.

Ik hoop hiermee de belangrijkste onderdelen van deze prachtige rekenmachine voor iedereen duidelijk gemaakt te hebben.

 

Jan Stehouwer