Grensgevallen
Op vrijdag 25 mei 2012 zochten Jan van Eck en Hans Giesbertz
de grenssteen aan het fietspad bij de Leutherstrasse te Zyfflich pal aan de
Thornsestraat onder Leuth. Aan de Duitse kant staat de grenssteen 641D en aan
de aan de andere kant van het water staat grenssteen 642. Maar aan de Duitse
kant, dus bij grenssteen 641D, was het (fiets)pad tot aan 1 juni 1985
afgesloten door een slagboom. Het is nu niet meer voor te stellen, maar toen
kon je Duitsland niet zo in. |
|
Tussen de Hoefseweg aan de Achterste Hoeven in het Nederlandse Millingen a/d Rijn en de Nielerstrasze op Duits grondgebied, ligt een klein verbindingsweggetje. Niet meer dan een karrespoor.Het ligt aan de Duitse zijde van de grens en is bestemd voor het plaatselijke landbouwverkeer. Aan Nederlandse zijde is dit weggetje - ter hoogte van grenssteen 650v - altijd afgesloten geweest met een slagboom, rustend op een handmatig te bedienen hefmechanisme. Nederlandse douane en Duitse Grenzpolizei patrouilleerden hier regelmatig om onregelmatigheden te voorkomen en smokkelaars af te schrikken.
Per 1 januari 1994 zijn de Europese binnengrenzen vrijgegeven voor personen, goederen en geldverkeer. Controles werden opgeheven, slagbomen verdwenen.Ook de slagboom bij grenssteen 650v (zie foto) is op enig moment verdwenen. Het mechanisme waarmee deze slagboom voor landbouwverkeer kon worden opgedraaid is hiervan nog een stille getuige. Het was een bijna onzichtbare getuige geworden.
Alvorens namelijk bovenstaande foto kon worden gemaakt, diende eerst de hoog opgeschoten brandnetels en ander onkruid te worden verwijderd. Toen ook werd de precies onder de slagboom ingegraven grenssteen 650v weer zichtbaar. De auto, op de foto rechtsboven, berijdt de Hoefseweg richting Millingen. |
|
De Fossa Eugeniana is een in 1625 begonnen kanaal en verdedigingslinie tussen de Maas (Venlo) en Rijn (Rheinsberg). Het is nooit volledig afgemaakt, maar gedeelten zijn behouden gebleven. Het is 4,30 meter breed en 50 km lang.
Kaart van de nooit voltooide Fossa Eugeniana, Willem Jansz. Blaue 1635
Het kanaal was bedoeld om de toenmalig afvallige Nederlandse provincies (onder Willem van Oranje) in het noorden af te snijden van de winstgevende scheepvaart op de Rijn, zodat er niet nog meer geld in de oorlogskas van Willem van Oranje zou terechtkomen. Bovendien zou het kanaal dienen als verdedigingswal. Daarom zouden op regelmatige afstanden 24 schansen met bastions gebouwd worden. Hoe dan ook, het eerste deel van het kanaal, tussen de Maas en de Rijn, kwam al niet af.
Het kanaal werd gepland onder de toenmalige Spaanse regentes in Brussel, Isabella Clara Eugenia, dochter van Filips II (schilderij rechtsboven), naar wie het ook werd genoemd. Deze kwam op 17 juni 1627 in Roermond aan om van daar gedurende de volgende dagen het verloop van de Fossa Eugeniana van Venlo via Straelen naar Gelderen te bezichtigen. De technische leiding lag vermoedelijk in de handen van Giovanni di Medici; ook markies Spinola was erbij betrokken. Onder leiding van de toenmalige stadhouder van het Overkwartier van Gelre, Hendrik van den Berg, werd ijverig aan de bouw begonnen. De eerste spade ging op 21 september 1626 de grond in. Al spoedig waren tot 8000 arbeiders aan het werk. Reeds in november waren de schansen gebouwd, en was het kanaal van Rheinsberg tot Geldern reeds zo breed dat er water door stroomde.
Bij de bouw van de tweede helft ontstonden er echter problemen. Niet alleen technische problemen en de overvallen door de Nederlandse troepen, maar ook financiële problemen van de Spaanse kroon, onder andere veroorzaakt door de verovering van de Zilvervloot in 1628, lieten het project stagneren. In 1629 werd de bouw voorlopig gestaakt.
Door de inname van Venlo in 1632 en Rheinberg in 1633 door de Nederlanders onder Frederik Hendrik verviel tenslotte de reden voor de bouw van de Fossa Eugeniana. Als waterweg heeft de Fossa weinig te betekenen gehad. Maar als verdedigingslinie heeft de gordel van schansen tot 1632 een functie vervuld.
Bij Rheinberg in Duitsland begint het kanaal met een uitmonding in de Rijn. Van daar loopt het ten noorden van Kamp-Lintfort, langs Kloster Kamp tussen Sevelen en Issum richting Geldern. Daarna ten zuiden van Walbeck, waar de route tussen Arcen en Straelen naar het zuiden afbuigt. Bij Venlo mondt het kanaal in de Maas.
Grote delen van het verloop van de Fossa Eugeniana zijn hier en daar goed te herkennen. Van de forten zijn er nog enige te zien, vooral op het gedeelte tussen Geldern en Rheinberg.
(Bron: Wikipedia) |
|
|