Nieuws uit 2010

"De maat der dingen
(Geplaatst 18 december 2010)
In Boxtel op de rotonde De Goor staat een ruim vijf meter hoog passerkunstwerk van Karin Colen. Dit cartografisch kunstwerk, uit 2008, heeft tussen de twee benen een afstand van een Rijnlandse roede. Dit is een afstand van 3,767 meter. De passer heeft bovenin de beeltenis van landmeter Hendrik Verhees (1744-1813). De opdrachtgever van het kunstwerk "De maat der dingen” was de Stichting Cultuurgeschiedenis Boxtel Meierij Hendrik Verhees.
 
Het kunstwerk is via de onderstaande hyperlink in streetview te bekijken (met dank aan Rob Essers voor de aanvulling). Passerkunstwerk
 
Hendrik Verhees jr. werd in 1744 geboren in Boxtel (gedoopt 7-12-1744) van beroep landmeter / cartograaf, waterbouwkundige en bestuurder, overleden 23-4-1813. Hij was zoon van Hendrik Verhees, timmerman en meester molenmaker, en Maria van der Sleijden. In het huis waar hij geboren werd, "De Bouwkuyp” genaamd en gelegen op de hoek van Markt en Clarissenstraat, woonde hij (met een onderbreking van vijf jaar) tot aan zijn dood. Het is aannemelijk dat hij in de leer ging bij de landmeter Jan Francis van de Weijer, een plaatsgenoot en bekende van zijn vader. Nadat hij met succes zijn proeve van bekwaamheid had afgelegd, mocht hij zich vanaf maart 1763 geadmitteerd landmeter noemen.
 
 
 
Werkgroep voor de geschiedenis van de kartografie
(Geplaatst 8 december 2010)
Op vrijdag 26 november 2010 werd er door bovengenoemde werkgroep voor de derde maal dit jaar een studiedag georganiseerd. Plaats van handeling was het gebouw van de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Het thema was: "Nederlandse Kartografie in en rond de Franse Tijd”.
Hierna een kort verslag van deze zeer interessante studiedag, waaraan namens de Stichting Kwartier van Nijmegen is deelgenomen door Hans Giesbertz, Jan Stehouwer en Jan van Eck.
 
In een zestal inleidingen werd deze boeiende periode uit de vaderlandse geschiedenis toegelicht. Zo schetste Matthijs Lok de politieke complicaties en verwikkelingen gedurende de "Franse Tijd”. Van de Bataafse Opstand in 1794, via het koninkrijk Holland (1806-1810) naar het koninkrijk der Nederlanden in 1815. Dit alles aan de hand van historisch kaartmateriaal. Want elke overheid wil eigen cartografisch materiaal over zijn grondgebied. Zijn inleiding maakte ook duidelijk dat het juister is te spreken van de Bataafs Napoleontische Tijd, in plaats van de Franse Tijd.
Wilfried Uitterhoeve – auteur van het boek "Cornelis Kraijenhoff 1758-1840” - gaf een uiteenzetting onder de titel "Kraijenhoffs driehoeksmeting en kartografie als politiek project van de Bataafse Republiek”.
Kester Freriks (tekst) en Jan Werner (cartografie) hielden een inleiding over het zojuist verschenen boek "Verborgen Wildernis”. Een heel bijzondere uitgave. Zie de rubriek "Verborgen Wildernis” onder "Nieuws” van deze website.
Zeker vermeld mag worden de presentatie van Jean-Marieke Poot en Judith Geerts: "Restauratieaspecten van de Atlas der Neederlanden”. Aansluitend hierop volgde een bezichtiging van deze uit negendelen bestaande zeer bijzondere atlas.
 
Samenvattend: een zeer boeiende studiedag over een nog boeiende periode uit de vaderlandse geschiedenis. Naast veel kennis hebben de deelnemers van de Stichting Kwartier van Nijmegen evenzoveel inspiratie opgedaan voor nieuwe onderzoeken.
 
Jan van Eck
 
 
 

 
 
Verborgen Wildernis
(Geplaatst 4 december 2010)
VERBORGEN WILDERNIS Ruige natuur & kaarten in Nederland
 Auteur: Kester Freriks, m.m.v. Jan W.H. Werner
Uitgegeven bij Athenaem-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2010
ISBN 978 90 253 67701/NUR 320
 
Bestaat er dan nog ongerepte natuur in Nederland? Landschappen met woeste gronden, ondoordringbare bossen, gevaarlijke moerasgebieden, getijdenstromen, kliffen en wolfskuilen.
Ondanks dat ons landje door mensenhanden is gemaakt, zijn er toch nog ruige plekken. De schrijver Kester Freriks heeft ze gevonden. Mede aan de hand van de "Reise- en Zakatlas” uit 1773 van Jan Ch. Sepp, trok de auteur het land door. Een jaar lang "IJs en weder dienende” bezocht hij de voormalige gevaarlijke en ondoordringbare gebieden.
Het resultaat is behalve een prachtige beschrijving van de destijds woeste gebieden, kreken, bossen en wouden, ook een spannend reisverslag geworden. Temeer omdat de schrijver - die van april tot april zijn tocht maakte - ook bij elk gebied het tijdstip vermeld waarop hij dit bezocht. Daarmee krijgt het boek een extra dimensie. In elke provincie heeft de schrijver "verborgen wildernissen” gevonden en beschrijft hij waarom deze zijn verdwenen. Van het "Verdronken Land van Saeftinghe” in Zeeland (30 april 10.15 uur), tot de "Veenkoloniën en `de Heerlijkheid´ Westerwolde” in Groningen (9 januari 8.46 uur). Het door Jan W.H. Werner geselecteerde historisch kaartmateriaal geeft een prachtig inzicht in de beschreven gebieden. De wildernis wordt zichtbaar!
Het boek nodigt niet alleen tot lezen, maar wekt ook de lust op tot het bezoeken van de "verborgen wildernissen”, zoals de schrijver heeft gedaan.
 
Jan van Eck
 
 
 

Presentatie Zelandia Comitatus in Middelburg
(Geplaatst 25 oktober 2010)
Donderdag 7 oktober j.l. is in het stadhuis van Middelburg het boek Zelandia Comitatus gepresenteerd. Verzorgd door Dr. Dick Blonk en Mw. J. Blonk van der Wijst (┼). De presentatie werd in de ochtend voorafgegaan door een viertal inleidingen met als onderwerp de cartografie van Zeeland. De eerste lezing in dit kader werd verzorgd door de auteur: Dr.Dick Blonk. Een geboren verteller, die het grote gezelschap wist te boeien. Maar het is dan ook een boeiende geschiedenis die aan de hand van kaarten van het Zeeland tussen 1580 en 1860 werd getoond en verteld.
Zeeland. In de zeer interessante inleidingen werd nog eens overduidelijk aangetoond waarom de provincie zo heet. Ook de tentoongestelde kaarten spraken wat dit betreft voor zichzelf. De Schelde met zijn vele kreken en schorren & het Verdronken Land van Saaftinge kennen alleen al een rijke geschiedenis. Neem nu Saaftinge, een landstreek in het noordoosten van Zeeuws-Vlaanderen en in 1583 verdronken. Aldaar liggen nu de uitgestrekte Saaftinger Schorren in het Verdronken Land van Saaftinge. Of neem Noord Beveland: ontworsteld aan de zee, teruggenomen door de zee en opnieuw bedijkt. Van alle drie genoemde situaties vormen de desbetreffende kaarten prachtig vergelijkingsmateriaal. Kaarten over de strijd van de Zeeuwen tegen zee door de eeuwen heen.
 
Rechts het stadhuis van Middelburg en daaronder een gedeelte uit de kaart van Zeeuws-Vlaanderen.
 
In de namiddag werd het boek Zelandia Comitatus gepresenteerd en mocht drs. H. van Walraven in zijn functie van gedeputeerde van de provincie Zeeland het eerste exemplaar in ontvangst nemen. Het boek mag een monument worden genoemd. Maar de heer Walraven had ook voor de auteur een verassing: een Koninklijke onderscheiding in de Orde van Oranje Nassau. Een prachtige waardering voor de 82 jarige Dick Blonk, die samen met zijn inmiddels overleden vrouw tien jaar aan deze uitgave heeft gewerkt.
 
De dag was voortreffelijk voorbereid en georganiseerd door de Onderzoeksgroep Explokart Universiteit Utrecht, de gemeente Middelburg en de Werkgroep voor de Geschiedenis van de Cartografie De Stichting Kwartier van Nijmegen was vertegenwoordigd in de personen Hans Giesbertz, Jan Stehouwer en Jan van Eck. Tijd om de stad Middelburg met een bezoekje te vereren, zat er niet meer in. Maar dit gemis werd ruimschoots gecompenseerd door de rijke geschiedenis welke die dag getoond en verteld.
 
Jan van Eck
 
 
 
 
 
 
Kaart van "Nijmegen-Noord" anno 1832
(Geplaatst 8 oktober 2010)
 
 
 
 
Speciaal voor de open archievendag van 16 oktober 2010 is een kaart van "Nijmegen-Noord" anno 1832 uitgegeven, gebaseerd op de oudste kadastrale kaart.
Op de historische kaart staat elk perceel van Lent en van gedeelten van Oosterhout en Ressen aangegeven. Op de plattegrond kun je in één oogopslag weilanden, bos en bijvoorbeeld bouwland herkennen, omdat de prachtige kaart in kleur is uitgegeven. Hierdoor is ook duidelijk de loop van het kanaal (de Grift) in Lent te volgen.
Het thema van de open archievendag bij het Regionaal Archief Nijmegen is Kijken naar de overkant. Dat is wat deze kaart zeker doet. Kijken naar het gebied aan de andere kant van de rivier de Waal, zoals het er 180 jaar geleden bij lag.
 
 
De kaart is in een oplage van 300 stuks uitgebracht.
De prijs is 5,00 Euro.
Hij is te koop bij het Regionaal Archief Nijmegen.
Peter Kruissen uit Wijchen heeft de kaart gemaakt.
Het is een uitgave van de Stichting Historisch Huis- en Veldnamenonderzoek Kwartier van Nijmegen in samenwerking met het Regionaal Archief Nijmegen.
Tijd en ruimte
(Geplaatst 15 september 2010)
TIJD EN RUIMTE Nieuwe toepassingen van de GIS in de alfawetenschappen
Redactie Onno Boonstra en Anton Schuurman
Auteurs: Gerrit Bloothooft, e.a.
Uitgeverij matrijs, Utrecht 2009
Gebonden met hardde kaft, full color, 230 pagina's, 34,95 euro.
 
In het "hightech” wereldje waarin wij leven, maakt het gebruik van ruimtelijke informatie en grote bloei door. Met behulp van "Tom-Tom” en "Google Maps” worden door een geografisch landschap geleid. De toepassing van Geografische Informatie Systemen (GIS) leiden tot oplossingen in bestaande en nieuwe vraagstukken in onderzoeksgebieden.
TIJD en RUIMTE geeft daar prachtige voorbeelden van. Ook t.a.v. onderwerpen waar je niet gelijk aan denkt bij dit boek, zoals: "Dialectvariaties, dialectafstanden en dialectindelingen”. Zo worden met behulp van kaartjes de taaleilanden (Friese steden) aangeduid en worden gebieden getoond waar twee dialecten worden gesproken. Maar ook meer aan kaarten gebonden onderwerpen als”Historisch grondgebruik Nederland” en "De kadastrale kapstok”. HISGIS Frylân als model voor een Nederlands basissysteem.
En om wat dichter bij huis: "De Historische @atlas Nijmegen, Stedelijke informatie in kaart gebracht”. Hans Giesbertz, Onno Boonstra en anderen beschrijven aan de hand van (topografische)kaarten de ontwikkeling van de stad Nijmegen en de mogelijkheden die de Historische @atlas biedt t.b.v. onderzoek. In verschillende ‘kaartlagen' worden diverse aspecten van deze oudste stad van Nederland getoond. Bijvoorbeeld de kaartlaag "Monumenten”. Als een pand de indicatie ‘monument' heeft is aan het desbetreffende perceel een verwijzing getoond naar een pagina uit het Monumentenregister van de gemeente. Daar is een tweetal afbeeldingen en een uitgebreide beschrijving van het desbetreffende perceel te vinden.
Kortom een boekwerk dat in de meest ruime zin "Tijd en Ruimte” meet en in kaart brengt.
 
Jan van Eck
 
 
 

ATLAS Landschap van de Koude Oorlog Veluwe en IJssel
(Geplaatst 13 augustus 2010)
ATLAS Landschap van de Koude Oorlog Veluwe en IJssel
Auteur: Arjan Nienhuis e.a. Kloek formaat, full color, harde kaft.
Uitgeverij Open Kaart. Den Haag 2009/2010
ISBN 978-90-75437-40-9.
 
 De prachtig uitgevoerde atlas brengt twee gebieden in kaart die tijdens de Koude Oorlog een rol van betekenis hebben gespeeld: de Veluwe - dé legerplaats van ons land - en de IJssellinie e.o.
In het eerste deel wordt het in het landschap gewortelde erfgoed van de Koude Oorlog in kaart gebracht op kaartbladen met een schaal van 1:50.000, met detailuitsneden op 1;25.000. De historische achtergronden worden belicht in objectbeschrijvingen. In een aantal beschrijvingen wordt de materie verdiept en verbreed.
Wat is de betekenis van de IJssellinie als ruimtelijke strategie in het dynamische waterbeheer van de 21ste eeuw? Deze onderwerpen worden uitgewerkt in vier ontwerpvensters, steeds vanuit een andere invalshoek en op een andere deellocatie binnen het onderzoeksgebied.
 
Het deelgebied Groenlanden-Ooij en Bemmel in het voormalige Kwartier van Nijmegen komt uitgebreid aan bod in deze interessante en met veel kaartmateriaal schitterend geïllustreerde atlas.
 
 
Ingebetonneerd kanon in de Groenlanden te Ooij
 
 
Jan van Eck
 
 
 
Eerste Kadasterkaart aangevuld met adresnummer
(Geplaatst  Juli 2010)
Onder DOWNLOAD is afgelopen week een pdf-bestand Nijmegen Sectie C in twee bladen.pdf geplaatst met daarin twee kaarten met adressen van de Stad Nijmegen. Deze kaarten zijn de eerste kadasterkaarten uit circa 1830. Op deze kaarten zijn de kadasternummers vervangen door de huisnummers zoals deze op de lijst bewoners en eigenaren van 1812 zijn vermeld.
 
De hier vermelde huisnummering is ook in de bevolkingsregisters tot 1879 gebruikt. Na de sloop van de walmuren is de hele huisnummering van Nijmegen veranderd.
 
 
 
Pastoors streden om strook grond Kekerdom
(Geplaatst 19 mei 2010)
Door Geert Willems (uit De Gelderlander van woensdag 19 mei 2010)
 
Een strook grond in Kekerdom van een halve hectare leidde in de vorige eeuw enkele keren tot klaterende ruzies tussen de pastoors van Zyfflich en Kekerdom.
Vanaf de Duffeltdijk bij Kekerdom is de omstreden strook grasland van ongeveer een halve hectare nog redelijk te zien. "Kijk, die rij wilgen geeft de grens aan van het perceel”, wijst Hans Giesbertz. Samen met de Leuthse heemkundige Jan van Eck presenteert hij komende vrijdag de Atlas Leuth en Kekerdom in het hertogdom Kleef anno 1734. Daarin staat een vermakelijke verhandeling over een knallende ruzie tussen de pastoors van Kekerdom en Zyfflich, een dorp aan de andere kant van de grens.
 
Hans Giesbertz en Jan van Eck (rechts) geven de strook aan die in de vorige
eeuw leidde tot een Duits-Nederlandse pastoorstwist. (Foto Flip Franssen)
 
Een strook grasland van enkele tientallen meters breed wordt op de kaart van 1734 nog toegeschreven aan de "Roomsch Catholijke Pastorie van Ziflich”. De wei maakt deel uit van een verzameling graslanden, bekend als de "Veldroeyen”. In 1880 maakt de Beekse notaris Van der Goes echter een akte op, waarin de nieuwe eigendomsverhoudingen worden bekrachtigd. Omdat de Kekerdomse Laurentiusparochie aan weerszijden van de Zyfflichse strook landerijen heeft, krijgt de pastoor van het polderdorp ook die "Duitse wei” toegwezen. Wel wordt vastgelegd dat de Kekerdomse pastoor tot in de eeuwigheid grondrente aan de Duitse collega moet betalen, namelijk 4/21 van de netto opbrengst van het land.
 
Het lijkt erop dat de Kekerdomse pastoor dat heel lang keurig doet, tot in het oorlogsjaar 1940. "Waarschijnlijk heeft de toenmalige pastoor Pulles gedacht dat de Duitsers al genoeg hadden gepakt en stopte er gewoon mee”, vertelt Jan van Eck. Zijn Duitse collega slaat in augustus echter keihard terug en eist in een brief het eigendom weer op van de strook. "Pulles heeft toen alsnog 49 gulden 80 betaald”, heeft Van Eck ontdekt. Hij kwam jaren geleden al toevallig de briefwisseling tussen beide pastoors tegen. "Ik deed onderzoek vanwege het honderdjarig bestaan van fanfare Una en mocht in het archief van de Kekerdomse pastorie neuzen. Dat lag toen opgeslagen in de biechtstoel. Ik heb nog nooit met zoveel plezier in de biechtstoel gezeten.!”
Toen hij de vermelding van de pastorie van Zyfflich op de oude kadasterkaart uit 1734 zag staan, herinnerde hij zich plots de brieven uit het archief. "De puzzelstukjes vielen in elkaar.”
Hij ontdekte dat een andere pastoor van Zyfflich in 1974 en ook nog een keer in 1985 geld eiste van de Kekerdomse parochie. Met terugwerkende kracht. De Laurentiusparochie vroeg tot twee keer toe het bisdom om raad. Verjaard we betalen niets meer, was het oordeel van de juristen van het bisdom. DE pastoor van Zyfflich bracht vervolgens nog de Duitse consul in stelling, maar die wist het geld ook niet meer los te krijgen. Van Eck: "Daarmee lijkt de zaak van de baan, maar zeker is het niet.”
 
 
 

Studiedag Cultuurhistorische Verkenning
(Geplaatst 28 april 2010)
Door de werkgroep Stedengeschiedenis worden met een zekere regelmaat studiedagen georganiseerd. Zo was er op 21 april 2010, in Amersfoort, een studiedag met als onderwerp "Cultuurhistorische verkenning”. Hans Giesbertz en Jan van Eck hebben namens de Stichting "Kwartier van Nijmegen” deelgenomen aan deze druk bezochte en zeer interessante studiedag. Hieronder een kort verslag van deze studiedag.
 
Voordat we de studiedag bezochten hebben we het oorspronkelijke nulpunt van het driehoeksnet van Nederland gecontroleerd. Het nulpunt is de kerktoren van Amersfoort en deze hebben we van alle kanten gecontroleerd. Helaas konden we niet binnen terecht. Na deze uitvoerige inspectie konden we met een gerust hart naar de studiedag.
 
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort was onze gastheer.De bijeenkomst vond plaats in het inspirerende nieuwe gebouw van deze dienst.
Een 4-tal sprekers belichtte vanuit verschillende invalshoeken het belang om een Cultuurhistorische Verkenning te laten meewegen bij gebiedsontwikkeling. In het ideale geval legt de "cultuurhistorische verkenning” de te koesteren kwaliteiten van een gebied vast. Een wettelijk kader in dit verband ontbreekt nog. De gemeente Apeldoorn is echter al ver in deze ontwikkeling, zo bleek. Daar bestaat reeds een richtlijn voor cultuurhistorisch onderzoek.
De conclusie van deze studiedag - zowel van de inleiders als de deelnemers aan de levendige discussies – is, dat er naast de wettelijk verplichte MER (Milieu Effect Rapportage) ook een wettelijke verplichte CHER (Cultuur Historische Effect Rapportage) komt. Op grond van een dergelijk onderzoek – bestaande uit de onderdelen: Analyse, Waardering en Aanbeveling - kunnen de cultuurhistorische waarden van een te ontwikkelen gebied worden vastgesteld en ´zichtbaar´ gemaakt.
Zoals daar zijn: werken van aardkundige en archeologische aard, ondergrondse waterstromingen, en ecologische & landschappelijke waarden.
Aan het slot van de studiedag kon de eerste aanzet hiertoe al worden gegeven. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed was zelf namelijk ook vertegenwoordigd op deze studiedag. Met de `gebruiksaanwijzing` van de gemeente Apeldoorn als voorbeeld wordt een ontwikkeling voor een CHER in gang gezet. De weg zal nog lang zijn, doch de studiedag heeft zijn nut ruimschoots aangetoond.
De roep om een CHER konden wij ten volle onderschrijven. Wat zou een dergelijke "Historische Verkenning” van onschatbare waarde kunnen zijn bij de voorgenomen plannen tot `ontwikkeling` van de heuvelrug en het Kastanjedal in het Ubbergse.
 
Hierna gingen we weer met eigen vervoer naar huis.
Jan van Eck
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Kaart uit 1734 van Leuth en Kekerdom duikt op
(Geplaatst 13 april 2010)
In de Gelderlander van vandaag staat een boeiend artikel, door Geert Willems, over kaarten uit 1734 betreffende Leuth en Kekerdom. Deze kaarten worden door de Stichting Historisch Huis- en Veldnamenonderzoek Kwartier van Nijmegen op vrijdag 21 mei 2010 in een atlas gepresenteerd.
Zie het artikel van de Gelderlander, van dinsdag 13 april 2010, hieronder.
 
Leuth / Kekerdom - De Leuthse heemkundige Jan van Eck heeft in het Hauptstaatsarchiv in Düsseldorf een schat gevonden: 22 kadasterkaarten uit 1734 die een gedetailleerd beeld geven van de dorpen Leuth en Kekerdom. Samen met Hans Giesbertz - beide hebben een verleden bij het Kadaster - heeft hij een atlas gemaakt die vanaf 22 mei te koop is.
Van Eck deed zijn ontdekking een klein jaar geleden. Hij wist dat er kaarten uit die tijd moesten zijn en ging zoeken op de plek waar hij de meeste kans dacht te maken "We zijn met een delegatie uit Leuth naar Düsseldorf gegaan en na een halve dag kwam ik het Klevischer Kataster Buch 2B tegen. Ik voelde meteen dat ik beet had. Daar zaten ze inderdaad in. Kaart 38 tot en met 59 van dat boek waren van Leuth en Kekerdom. Puur geluk, want er zijn veel archieven waar de kaarten terecht hadden kunnen komen: van kerken, gemeenten en zelfs privé-archieven."
De twee dorpen lagen in die tijd op Duits grondgebied en maakten deel uit van het hertogdom Kleef. Dat hertogdom was in 1701 onderdeel geworden van het grote Koninkrijk Pruisen met Koning Friedrich I als vorst. Die wilde dat het hertogdom in kaart werd gebracht zodat hij er vervolgens belasting kon heffen. "In dertig jaar is het het hele hertogdom ingemeten", vertelt Jan van Eck. "Een knappe prestatie. Daarbij zijn ook Nederlandse ingenieurs betrokken geweest. Friedrich wilde een rechtvaardige grondbelasting heffen en moest dan ook precies weten wat er allemaal op de landerijen gebeurde. Buitendijkse gebieden, waar het voornamelijk moerassig was, zijn niet 'aan de ketting' gelegd. De landmeters maakten gebruik van een ketting om het land te meten en zij waren in 1732 in Leuth en Kekerdom. Twee jaar later waren de kaarten klaar."
De 22 kaarten zijn kleine kunstwerkjes. Met kleuren is aangegeven wat er op de landerijen gebeurde. Groen voor weiland, geel voor zaailand. Ook staan er boerderijen, stallen en hooimijten ingetekend. Bijzondere bouwwerken zoals Haus Spaldrop in Kekerdom en de kerk en de Rosmolen van Leuth zijn nagetekend. Ook staan er wegen op de kaarten die nu nog steeds bestaan: de Botsestraat en de Breetsteegsestraat, nu de Bredestraat.
 
 
 

Gevelsteen Landmeter
(Geplaatst 21 maart 2010)
Op het huis aan de Raadhuisstraat 10 in Grouw zit een mooie gevelsteen van een meting door een landmeter. Landmeter Sietze Gravius plaatste in 1655 de gevelsteen in zijn huis aan de Raadhuisstraat in Grouw. Zijn collega, tevens beeldhouwer, Syoerdt Aetesz Haeckma hakte hem. De hoofdvoorstelling op de steen lijkt ontleend aan de titelpagina van de "Practijck des landmetens" van Sems en Dou.
In 1923 maakte schilder Its Wiersma een schets van de steen, toen aanwezig in het spekhok van slager Buwalda. Naar aanleiding daarvan kocht wiskundeleraar Schippers de steen en liet hem in 1926 in de Rijks-HBS te Drachten plaatsen. Op 12 maart 2007 droeg de Drachtense school de steen over aan de "Geakundekommisje" van Grouw. Die schilderde hem op en plaatste hem in de gevel van het huidige pand Raadhuisstraat 10. De onthulling van de herplaatste steen vond op 4 juli 2007 plaats door de 91-jarige Jan Buwalda, zoon van de slager.