Landsgrens met Duitsland
Op 30 oktober 1980 werd een overeenkomst gesloten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland over de instandhouding van de afbakening van de gemeenschappelijke Rijksgrens. Afgesproken is om de grenstekens van de Rijksgrens volgens een 3-jarig rooster te controleren op de aanwezigheid van eventuele gebreken. Indien nodig worden de grenstekens hersteld door bevoegde landmeetkundige medewerkers van het Kadaster.Van
2010 - 2012 zullen deze werkzaamheden door de Nederlandse autoriteiten worden
uitgevoerd. Eind 2011 begin 2012 wordt de schouwing gedaan door de
landmeetkundige medewerkers van het Kadaster. Omdat er sprake is van een
3-jarige cyclus, zal de eerstvolgende schouw pas in 2014 -2015 door de Duitse kadastermedewerkers
worden uitgevoerd. In de tussentijd kan er al veel schade aan de grenspalen aangericht
zijn, zonder dat dit bekend is bij de beide Kadasters. Nu zijn er al veel
geïnteresseerden en vrijwilligers die wekelijks in het veld lopen en grenspalen
tegenkomen. Het Kadaster wil graag van deze mensen en andere geïnteresseerden
gebruik maken om de toestand van de grenspalen bij te houden. Voor informatie
over deze schouwing van de grenspalen voor het Kadaster, zie de website http://innovatie.kadaster.nl/grenspalen.
Nummering van de
grenspalen
Voor de nummering van de grenstekens van de
Duits-Nederlandse grens zijn 2 series te onderkennen.
-In het gebied van Nordrhein Westfalen (van Vaals tot
Overdinkel bij Enschede) kun je palen aantreffen in de nummerreeks 193-862
eventueel gevolgd door een letter en volgnummer.
-In het gebied van Niedersachsen (van Overdinkel tot
Eems-Dollard) staan de palen met de nummers 1-203 eventueel gevolgd door een
Romeins cijfer en een volgnummer.



Boven van links naar rechts: grenssteen 610 in Groesbeek; ijzeren grensplaat 627/1 in Wyler; grenssteen 643 in Leuth.
Geschiedenis
De rijksgrenzen zijn
vastgelegd in Verdragen. Die bevatten bepalingen om periodiek de rijksgrens te
controleren op verstoring van grenspalen. Ook hebben diverse grenscorrecties
plaatsgevonden. In de Instructie Kadaster die tot 1 januari 1992 gold, werd
daarover het volgende bepaald:
Artikel 446
1. De "Overeenkomst, op den 8sten Augustus
1843, te Maastricht tusschen de Nederlanden en België gesloten, betrekkelijk de
grensscheiding tusschen de beide Rijken, alsmede het daarbij behorende
Reglement voor het stellen der grenspalen" zijn geplaatst in het Stb.
1844, nr. 12.)
2. In het Reglement voor het stellen der grenspalen
is behalve de plaatsing ook de bekostiging en de nummering ervan geregeld.
3. Bij de Overeenkomst behoort, volgens artikel 1,
een "Beschrijvend proces-verbaal, opgemaakt volgens de parcellaire plannen
van het kadaster"; dit wordt ook wel genoemd "Proces-verbaal van
grensbeschrijving" en is eveneens gedateerd 8 augustus 1843).
Artikel 447
1. Het "Reglement voor het onderhoud en de
instandhouding der grenspalen, geplaatst op het frontier tusschen de
Nederlanden en België, vastgesteld te Antwerpen op den 28sten Juny 1847, uit
krachte der grensovereenkomst gesloten te Maastricht den 8sten Augustus
1843", is goedgekeurd bij K.B. van 14 december 1849, Stb. 61).
2. Artikel 7 van dit Reglement luidt als volgt: "Wanneer de grenspalen opnieuw zullen moeten
geplaatst worden, zullen de gouverneurs der twee Staten de gelijktijdige
tegenwoordigheid op de plaats, van de burgemeester der belanghebbende gemeenten
bevelen, als ook die van de ingenieurs-verificateurs van het kadaster, of van
hunne gemagtigden, opdat de plaatsing in alle opzigten overeenkomstig zij met
de opgaven van de beschrijvende processenverbaal der grensscheiding, en met de
grenskaarten, in de archieven der gemeenten berustende. Te dien einde zullen de
gouverneurs zich onderling verstaan om het tijdstip der bijeenkomst van de
bovengenoemde ambtenaren te bepalen."
3. Voor de in lid 2 genoemde ingenieurs-verificateur
van het kadaster treden de directeuren op.
Artikel 448
1. De Overeenkomst van 30 oktober 1980 tussen het
Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland inzake de
instandhouding van de afbakening van de gemeenschappelijke grens (Trb. 1981, 8)
is op 16 september 1981 in werking getreden.
2. Een uittreksel uit deze Overeenkomst luidt:
Overeenkomst
van 30 oktober 1980
Artikel 2
(1) Voor zover de huidige grensstenen niet opnieuw
kunnen worden gebruikt, dienen voor de afbakening in beginsel grensstenen van
graniet te worden aangewend, waarbij naar gelang van de betekenis van het
grenspunt en de plaatselijke omstandigheden gebruik kan worden gemaakt van
a. hoofdgrensstenen 1,80 x 0,24 x 0,24 m,
b. tussengrensstenen 1,00 x 0,18 x 0,18
m,
c. gewone grensstenen 0,65 x 0,15 x 0,15 m,
(2) De grenspunten worden, behoudens de regeling in
het vijfde lid, door het midden van de kop van de grenssteen aangeduid.
(3) Elke grenssteen wordt, voor zover mogelijk,
ondergronds verzekerd.
(4) Op plaatsen waar afbakening met grensstenen niet
mogelijk is in verband met de plaatselijke omstandigheden, mogen ijzeren
buizen, bouten e.d. worden gebruikt.
(5) Indien de grens in wegen, rivieren, beken e.d.
loopt, dienen op daartoe geschikte punten twee grensstenen (dubbel grensteken)
te worden geplaatst (terzijde aangebrachte afbakening). Het aldus afgebakende
grenspunt ligt gewoonlijk in het midden van de rechte lijn die bij elk zodanig
paar de middelpunten van de beide grenstekens verbindt.
Artikel 3
(1) Zowel op de hoofdgrensstenen als op de
tussengrensstenen worden de nummers van de grenspunten met zwarte verf op een
witte ondergrond aangebracht.
(2) De nummers van nieuw afgebakende grenspunten
worden zodanig gekozen, dat zij aansluiten bij de huidige nummering. Bij nieuwe
hoofdgrensstenen en tussengrensstenen in het gebied van de deelstaat
Nordrhein-Westfalen wordt het desbetreffende nummer gevolgd door de letter A,
B,… , in het gebied van de deelstaat Niedersachsen door het Romeinse cijfer I, II,
Gewone grensstenen en afbakeningen overeenkomstig
artikel 2, vierde lid, krijgen de aanduiding van de voorafgaande hoofdgrenssteen of tussengrenssteen,
gevolgd door het cijfer 1, 2, …...
Artikel 4
In de grens mogen voortaan geen merkstenen worden
aangebracht die slechts dienen om van daaraf verlopende eigendomsgrenzen aan te
duiden. Deze grenstekens dienen gewoonlijk ten minste twee meter van de grens
te zijn verwijderd.
Artikel 5
(1) De Verdragsluitende Partijen zullen volgens een
driejarig rooster, voor het eerst in 1980, de grenstekens controleren en
gebreken door de bevoegde landmeetkundige autoriteiten laten herstellen.
(2) De werkzaamheden ingevolge het eerste lid zijn
in de jaren 1980 t/m 1982 enz. de taak van de Nederlandse autoriteiten en in de
jaren 1983 t/m 1985 enz. van de autoriteiten van de Bondsrepubliek Duitsland.
Artikel 6
Aan de bevoegde kadastrale autoriteiten van de
andere Verdragsluitende Partij worden de resultaten van de controle en van de
herstelwerkzaamheden medegedeeld. Zij dienen te worden betrokken bij het
wegnemen van aanzienlijke gebreken, bv. het opnieuw of voor het eerst afbakenen
van grenspunten.
Artikel 7
(1) Indien de duidelijke herkenbaarheid van de grens
zulks vereist, dienen, ook buiten de periodieke controle en
herstelwerkzaamheden aan de grenstekens, passende maatregelen ten aanzien van
afbakening en opmeting te worden genomen.
(2) De werkzaamheden dienen door de autoriteiten te
worden uitgevoerd die met de voorafgaande controle ingevolge artikel 5 waren
belast.
Artikel 8
Van de werkzaamheden ingevolge de artikelen 5, 6 en
7 dient een procesverbaal te worden opgemaakt, dat aan de bevoegde autoriteiten
van de andere Verdragsluitende Partij ter kennisneming moet worden toegezonden.
Artikel 9
De in het kader van de instandhouding van de
grensafbakening vervaardigde bescheiden worden in de wederzijdse desbetreffende
kadastrale archieven opgeborgen.
Artikel 13
(1) De personen die met de instandhouding van de
grensafbakening en met de opmeting zijn belast, zijn gerechtigd, ook met hun
voertuigen en werktuigen, ongehinderd de grens te overschrijden op alle
plaatsen waar hun werkzaamheden zulks noodzakelijk maken.
(2) De bevoegde autoriteiten van beide Partijen
dienen elkaar voor de aanvang van deze werkzaamheden hiervan in kennis te
stellen."
(3) De voor Nederland uit de Overeenkomst
voortvloeiende werkzaamheden worden verricht door de directeur.
Artikel 449
De bepalingen over de vorm en de afmetingen der
grenstekens, voorkomende in artikel 42 van het Grenstractaat van Aken dd. 26
juni 1816 (Stb. 1850, nr. 10). in artikel 45 van het Grenstractaat van Kleef
dd. 7 oktober 1816 (Stb. 1850, nr. 10), en in artikel 42 van het Grenstractaat
van Meppen dd. 2 juli 1824 (Stb. 1846, nr. 54), zijn buiten werking gesteld bij
het Verdrag van 6 maart 1939, goedgekeurd bij de Wet van 7 maart 1940, Stb. 16.
Tegelijk met het laatstgenoemde verdrag is van kracht geworden de Overeenkomst
betreffende de aan de Nederlands-Duitse grens te plaatsen grenstekens van 20
februari 1939.
Artikel 452
1. De burgemeesters hebben opdracht elk jaar verslag
uit te brengen aan de Commissaris der Koningin over gebreken in de aanduiding
van de Rijksgrens. Constateert de metende ambtenaar op zijn dienstreizen dat
rijksgrenspalen aanmerkelijk zijn beschadigd of groot gevaar lopen gestoord te
worden, dan geeft hij hiervan kennis aan de directeur; deze stelt zo nodig de
burgemeester van de betrokken Nederlandse gemeente ervan in kennis.
2. enz.