Pantograaf

In ons computertijdperk is het mogelijk om een kaart, waarvan we een coördinatenbestand hebben, op iedere door ons gewenste schaal uit te tekenen. Ook kaarten van oudere datum kunnen we scannen (waardoor ook weer een digitaal bestand ontstaat), en daarna ook op elke gewenste schaal laten uittekenen, zodat we de kaart naar believen kunnen vergroten en verkleinen. Maar op welke manier kon men vroeger kaarten vergroten of verkleinen?            
 
 
Figuur 1
 
In de In de 2e helft van de 19e eeuw kon men een kaart fotograferen en dan daarna op groter- of kleiner formaat weer afdrukken, maar in de periode daarvoor, kon men voor het vergroten of verkleinen gebruik maken van een pantograaf (ook wel tekenaap genoemd).
Het principe komt op het volgende neer (zie figuur 1) AB, CD, CE en BF zijn linialen, die paarsgewijs evenwijdig lopend aan elkaar bevestigd zijn.
Punt A wordt vastgezet. In punt C wordt een potlood geplaatst, terwijl er in punt F een stift is geplaatst. Als we nu met de in punt F geplaatste stift de omtrek van een figuur volgen (in de figuur gestippeld aangegeven), dan zal het in punt C bevestigde potlood deze figuur verkleind weergeven! Willen we een figuur vergroten, dan moet men de stift in punt C plaatsen, en het potlood in punt F. De mate van verkleining is afhankelijk van de verhouding van de gelijkvormige driehoeken ABF en AEC. 
Door de lengte van de linialen t.o.v. van elkaar te wijzigen, is het mogelijk om verschillende verhoudingen in te stellen.
 
De Pantograaf is in diverse uitvoeringen verkrijgbaar, zo is in figuur 2 een eenvoudige houten pantograaf te zien, waarvan de linialen een lengte van 60 cm hebben, terwijl de in figuur 3 getoonde vrijzwevende pantograaf een precisie instrument is, en een metalen frame heeft.
 
     
Figuur 2                                                   Figuur 3
 
De Pantograaf is uitgevonden door de Jezuïetenpater Scheiner, die het instrument al in een in 1631 (!) verschenen publicatie beschreven heeft. De in figuur 3 afgebeelde pantograaf is al in 1864 ontwikkeld. Het is te hopen, dat er van dit mooie instrument nog complete exemplaren bewaard zijn gebleven.
 
Maar wat had je nu aan zo’n pantograaf?

De pantograaf maakte het bijvoorbeeld mogelijk, om van de kadastrale minuutplans van een stad, die misschien ook nog op verschillende schalen waren vervaardigd, door deze naar dezelfde schaal te brengen, een goede stadsplattegrond samen te stellen.

 

Jan Stehouwer